top of page

De Veertigdagentijd is begonnen!

De Veertigdagentijd is begonnen. We hebben het askruisje kunnen ontvangen op Aswoensdag en bereiden ons nu voor op het grote Paasfeest: de verrijzenis van Onze Lieve Heer!



De Veertigdagentijd is begonnen. We hebben het askruisje kunnen ontvangen op Aswoensdag en bereiden ons nu voor op het grote Paasfeest: de verrijzenis van Onze Lieve Heer!


In deze periode heb ik besloten een boek te lezen dat ik cadeau heb gekregen voor mijn priesterwijding. Het is geschreven door de Amerikaanse pater Walter Ciszek, SJ (1904-1984). Het boek heet “He leadeth me”. Deze pater heeft ook andere boeken geschreven zoals “Met God in Rusland” (in het Nederlands vertaald en online verkrijgbaar). De titel van het laatste boek zegt het al een beetje: hij was missionaris in Rusland, in zeer moeilijke tijden.


Pater Walter trad in het jaar 1928 in bij de paters Jezuïeten, en daar voelde hij zich geroepen om in de USSR te gaan missioneren, om het Evangelie te verkondigen. Hij deed zijn opleiding, had de taal geleerd en de liturgie bestudeerd, en werd in het jaar 1937 tot priester gewijd. Maar het was een afschuwelijke tijd in de Sovjet-Unie: Lenin was tien jaar eerder de communistische revolutie begonnen, en daarna heerste Stalin. Voor pater Walter zat het niet mee: hij was er klaar voor, maar het leek onmogelijk het land binnen te komen, priesters waren er namelijk niet welkom. Zijn oversten stuurde hem daarom naar een dorpje in Polen. Een paar jaar later zag hij een kans: veel Poolse mannen gingen naar Rusland om werk te zoeken, dus ook hij vertrok stiekem samen met een andere pater. Deze mannen waren arbeiders, en de twee paters deden zich ook voor als arbeiders en gingen aan de slag, zonder ook maar te kunnen zeggen dat ze priesters waren. Af en toe konden ze in het geheim het bos ingaan om de heilige Mis te vieren, hun enige troost.


Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en het Duitse leger de USSR binnenviel, werden de twee paters samen met honderden andere mensen gearresteerd en verdacht van spionage. En zo begonnen drieëntwintig jaar van gevangenis, werkkampen in Siberië en vele ondervragingen. Pater Walter kwam in 1963 vrij en schreef deze boeken om zijn ervaring van Gods Voorzienigheid en bescherming bekend te maken. Het boek staat vol van zijn gedachten, twijfels, moeilijkheden en de genade van God die hij ervaarde. Graag zou ik er enkele willen delen als een mooie overweging voor deze Vastentijd. Deze periode is immers een tijd van bekering, en dat is precies wat deze priester zag dat hij zelf ook nodig had.

Eenmaal in de gevangenis vertelde hij zijn medegevangenen dat hij priester was. De reactie was anders dan hij dacht: de mensen begonnen zich tegen hem te keren, buiten te sluiten en hém zelfs de schuld te geven. Hij leed daar héél erg onder, en beschrijft hoe hij deze vernederingen aan God voorlegt in zijn gebed, en hoe God daarop antwoordt: “Zijn manier om mij te troosten was het vergroten van mijn zelfkennis en mijn begrip van zowel Zijn voorzienigheid als het mysterie van het heil... De genade die ik daarvoor in ruil ontving was het licht om te herkennen dat ik mezelf te veel in beeld had, en ik verzwolgen werd door zelfmedelijden…” Hij leerde niet kijken met menselijke ogen, maar vanuit het geloof, met “Gods ogen”. Ook Jezus was vernederd: dit nu was zijn kans om Hem na te volgen. Ook schrijft hij dat: “Geen mens, ongeacht zijn situatie, in Gods ogen ooit zonder waarde of ooit nutteloos is. Geen enkele situatie is ooit zonder waarde en doel in Gods voorzienigheid”. Pater Ciszek voelde zich zeker machteloos tegenover “het systeem”, zijn situatie, of de omstandigheden in de gevangenis, maar hij wilde zich niet verontschuldigen om niks te doen.


“God vroeg me iets te doen, net zoals een andere Christus; te beginnen met mezelf te vergeten en mijn gevoel voor zelfmedelijden, en te handelen in de situatie naar het voorbeeld van Jezus zelf.

God vraagt niemand om in zijn eentje de wereld te veranderen of alles op te lossen. De Heer vraagt wél om iets te doen, met de belofte dat Hij altijd zal helpen met zijn genade. Dus waar kon hij beginnen? “Hetgeen ieder mens kan veranderen, is allereerst zichzelf. En iedereen zal – en moet – enige invloed uitoefenen op de mensen die God elke dag in zijn leven brengt. Als Christen verwacht Hij dat we anderen ten goede beïnvloeden”. “God vroeg me iets te doen, net zoals een andere Christus; te beginnen met mezelf te vergeten en mijn gevoel voor zelfmedelijden, en te handelen in de situatie naar het voorbeeld van Jezus zelf. Hij vroeg me mijn “machteloosheid” tegen het “systeem” te vergeten, en te kijken naar de noden om mij heen. En alles te doen wat mogelijk voor mij was, door te bidden en het goede voorbeeld te geven. Dit was alles wat Hij van mij vroeg of verwachtte”. Wat een mooie levensles!


Ook wij worden door God geroepen om ons goed voor te bereiden op Pasen. We kunnen niet de hele wereld veranderen, maar wel onszelf: dát is waar het begint. Moge deze periode ons allen helpen om dichter bij God te komen en dichter bij elkaar. Gods Zegen!

P. Esko Kissboat, IVE

Comments


bottom of page